De provincieraad van Limburg
Gelet op volgende doelstelling, actieplan en actie van het provinciale beleid 2014-2019:
- beleidsdoelstelling 2018140005 - Overig Beleid
- actieplan 2018140083 – Limburgs erfgoed profileren als bron van authenticiteit, gemeenschapsvorming, verbondenheid, samenwerking en continuïteit in de samenleving om een duurzame maatschappelijke ontwikkeling van Limburg te onderbouwen en om de identiteit van Limburg te kenmerken als een permanente aantrekkingspool voor de wereld
- actie 2018140116 – Ontwikkelen van een kwalitatieve publiekswerking en sensibilisering rondom erfgoed;
Overwegende dat het belangrijk is om jongeren bewust te maken van het onroerend erfgoed in hun omgeving én hen actief te laten meehelpen aan het onderhoud, herstel en de ontsluiting van dat erfgoed;
Overwegende dat de provincie Limburg lokale actoren inhoudelijk en financieel wil ondersteunen en begeleiden om samen met jongeren met het Limburgse onroerend erfgoed aan de slag te gaan;
Overwegende dat het om bovenvermelde redenen aangewezen is om over te gaan tot de vaststelling van een subsidiereglement;
Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 24 oktober 2012 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies en de normen voor reservevorming;
Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 1996 betreffende de herkenbaarheid van het provinciebestuur in provinciale subsidiereglementen;
Gelet op de budgetsleutel 649020/2/0729/3ER0805n “Werkingssubsidies aan verenigingen, instellingen en openbare besturen/Overig beleid inzake het erfgoed/Publieksgerichte erfgoedactiviteiten” van het budget en meerjarenplan, onder voorbehoud van goedkeuring van het meerjarenplan door de provincieraad;
Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet;
Besluit
I Voorwerp van het subsidiereglement
Artikel 1: doel en doelgroep
Binnen de perken van het jaarlijks vastgestelde budget kan de deputatie een subsidie verlenen aan (inter)lokale publiekrechtelijke instanties, privaatrechtelijke instanties zonder winstoogmerk en feitelijke verenigingen voor projecten “Jong redt Oud” om jongeren bewust te maken van het onroerend erfgoed in hun omgeving.
Artikel 2: verklaring termen of begrippen
- (Inter)lokale publiekrechtelijke instanties: gemeente/stad, intergemeentelijk samenwerkingsverband, autonoom gemeente/stadsbedrijf, …
- Privaatrechtelijke instanties zonder winstoogmerk: vzw’s, stichtingen, …
- Feitelijke vereniging: vereniging van twee of meer personen die zich verenigen om een gemeenschappelijk doel te verwezenlijken (heemkundige kringen, …). Een feitelijke vereniging beschikt niet over rechtspersoonlijkheid.
- Onroerend erfgoed: alle goederen, gehelen of natuurlijk erfgoed (waaronder bouwkundig erfgoed, landschappelijk erfgoed, beplanting met erfgoedwaarde, archeologisch erfgoed, varend erfgoed) die als erfgoed beschouwd worden door hun opname in de wetenschappelijke en vastgestelde inventarissen van het Agentschap Onroerend Erfgoed of als erfgoedwaardig worden beschouwd. Deze goederen, gehelen of natuurlijk erfgoed kunnen zowel beschermd als niet-beschermd zijn.
- Zorg: het zorgdragen voor onroerend erfgoed of cultuurgoederen verbonden aan onroerend erfgoed of archeologisch materiaal.
- Onderzoek: het onderzoek naar onroerend erfgoed of cultuurgoederen verbonden aan onroerend erfgoed of archeologisch materiaal.
- Ontsluiten: het tijdelijk of langdurig publiek kenbaar maken van onroerend erfgoed of cultuurgoederen verbonden aan onroerend erfgoed of archeologisch materiaal.
- Jongere: een persoon jonger dan 35 jaar.
- PCCE: Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed.
II Voorwaarden voor subsidietoekenning
Artikel 3: voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen
Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen:
- een (inter)lokale publiekrechtelijke instantie, privaatrechtelijke instantie zonder winstoogmerk of feitelijke vereniging zijn
- voldoen aan alle verplichtingen die voortvloeien uit eerdere toekenningen van gelijkaardige of andere subsidies van de provincie Limburg.
Artikel 4: voorwaarden waaraan het project inhoudelijk moet voldoen
Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het project inhoudelijk aan de volgende voorwaarden voldoen:
- het project moet inhoudelijk beantwoorden aan de termen en begrippen van bovenvermeld artikel 2
- onroerend erfgoed gelegen op Limburgs grondgebied moet centraal staan in het project
- jongeren moeten in het project actief meehelpen aan het onderhoud, het herstel of de ontsluiting van het erfgoed (de jongeren kunnen bijvoorbeeld helpen met opruimen, onderhouden, schoonmaken, herstellen, verwijderen van schadelijke of storende elementen, onderzoeken, ontsluiten, …)
- de activiteiten moeten plaatsvinden op Limburgs grondgebied
- in elk project moet toezicht voorzien zijn door een inhoudelijk expert (erfgoedspecialist, heemkundige kring, Regionaal Landschap, historicus, architect, natuurorganisatie, …) of een leerkracht die erop toeziet dat de jongeren de site met respect behandelen, goed bestuderen en op een correcte manier herstellen of onderhouden.
Artikel 5: voorwaarden waaraan het project financieel moet voldoen
Om in aanmerking te komen voor een subsidie mag het project nooit voor meer dan 100 % gefinancierd worden.
III Indiening van de subsidieaanvraag
Artikel 6: de termijn, wijze en het adres van de indiening van de aanvraag
De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie kan op de volgende wijze gebeuren:
- per post
- afgeven tegen ontvangstbewijs
- elektronisch.
Elektronische indiening geniet de voorkeur. Bijlagen die bij de aanvraag behoren en die niet-elektronisch worden ingediend, mogen eveneens per fax worden ingediend.
Meteen na het indienen wordt de ontvangst van de aanvraag bevestigd en worden het verdere verloop en eventuele bijkomende instructies meegedeeld aan de aanvrager.
De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie moet vóór de aanvang van het project ingediend worden. Het project mag nog niet gestart zijn op het moment van de aanvraag.
De aanvraag moet ingediend worden op volgend adres:
Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed
Directie Omgeving
Universiteitslaan 1, B-3500 Hasselt
Tel. 011 23 75 75
E-mail jro@limburg.be
Artikel 7: documenten in te dienen bij de aanvraag
Voor iedere aanvraag moeten de volgende documenten in 1 exemplaar ingediend worden:
- een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier met daarin een begroting van ontvangsten en uitgaven van het project
- schriftelijke toestemming van de eigenaar van het onroerend erfgoed waaraan gewerkt wordt (indien van toepassing)
- de statuten van de aanvrager (indien van toepassing en enkel bij de eerste subsidieaanvraag).
Bij een elektronische aanvraag geldt het mailbericht als ondertekening.
Het aanvraagformulier kan op het adres vermeld in bovenvermeld artikel opgevraagd worden of kan van de bovenvermelde website worden gehaald.
IV Toetsing van de subsidieaanvraag
Artikel 8: toetsing op volledigheid
De aanvraag wordt onderzocht op volledigheid.
De aanvrager die een onvolledige aanvraag indient, krijgt schriftelijk de vraag om de ontbrekende documenten alsnog in te dienen binnen de meegedeelde termijn. Een aanvraag die niet vervolledigd wordt binnen deze termijn komt in dat jaar niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.
Artikel 9: toetsing aan de voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen en aan de voorwaarden waaraan het project inhoudelijk en financieel moet voldoen
De aanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden vermeld in het reglement.
Bij de beoordeling van de aanvragen worden de volgende criteria gehanteerd:
- de mate waarin onroerend erfgoed centraal staat in het project
- de mate waarin jongeren actief in het project meehelpen aan het onderhoud, het herstel of de ontsluiting van het erfgoed
- de mate waarin toezicht voorzien is door een inhoudelijk expert.
Artikel 10: toetsing op krediet
Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven uitgeput zijn, komt de aanvraag in het lopende budgetjaar niet meer in aanmerking voor toekenning.
Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven ontoereikend zijn:
- wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de kwaliteit van de ingediende subsidieaanvragen en komen de aanvragen met de meest positieve inhoudelijke toetsing, zoals omschreven in artikel 9, eerst in aanmerking
- kan de aanvrager binnen de looptijd van dit reglement een geactualiseerde subsidieaanvraag indienen zodra er terug voldoende kredieten ter beschikking zijn (in een volgend budgetjaar of na een budgetwijziging); de aanvraag wordt dan in zijn geheel opnieuw getoetst aan de voorwaarden vermeld in dit reglement.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.
Artikel 11: besluitvorming over de subsidieaanvraag
De deputatie beslist op basis van een advies geformuleerd door het PCCE of de aanvraag al of niet in aanmerking komt voor een subsidie en bij een toekenning van de subsidie welk subsidiebedrag wordt toegekend.
De aanvrager zal schriftelijk in kennis gesteld worden van de beslissing.
V Berekening van het subsidiebedrag
Artikel 12: bepaling van het subsidiebedrag
Het toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend op basis van de door de aanvrager ingediende raming van projectontvangsten en -uitgaven. Het definitieve subsidiebedrag wordt na de indiening van de nodige documenten ter verantwoording van de aanwending van de toegekende subsidie berekend op basis van de werkelijke projectontvangsten en -uitgaven na de projectuitvoering en nadat aan de voorwaarden van artikels 15 en 16 werd voldaan.
Enkel uitgaven die gedetailleerd bewijsbaar zijn en die officieel boekhoudkundig ingeschreven zijn, worden aanvaard voor de bepaling van het definitieve subsidiebedrag.
De bepaling van de provinciale subsidie kan beperkt worden tot bepaalde uitgavenelementen. De deputatie zal per aanvraag de niet-subsidiabele uitgavenelementen vaststellen.
Personeelsuitgaven van de aanvragers komen niet in aanmerking voor subsidiëring.
Artikel 13: maximumsubsidiebedrag
Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 2.500,00 euro (inclusief btw en andere kosten) per aanvraag.
VI Betaling van het subsidiebedrag
Artikel 14: wijze van betaling
Indien het toegekende subsidiebedrag lager is dan 1.250,00 euro wordt het bedrag in 1 schijf betaald bij de toekenning.
Indien het toegekende subsidiebedrag gelijk of hoger is dan 1.250,00 euro wordt het toegekende subsidiebedrag in 2 schijven betaald:
- een eerste schijf van 50 % wordt betaald bij de toekenning
- het saldo wordt betaald nadat de voorwaarden van artikels 15 en 16 zijn vervuld.
Artikel 15: voorwaarden tot betaling
Indien het toegekende subsidiebedrag in zijn geheel bij de toekenning wordt betaald, moet, binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de meegedeelde einddatum van het project, een evaluatieformulier van het project worden ingediend.
Indien het toegekende subsidiebedrag in 2 schijven betaald wordt, moet binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de meegedeelde einddatum van het project, een aanvraag tot betaling van het saldo samen met de volgende documenten worden ingediend:
- een ingevuld evaluatieformulier van het project
- een gedetailleerde afrekening van ontvangsten en uitgaven van het project waarbij de uitgaven gestaafd worden met facturen, schuldvorderingen en andere financiële verantwoordingsdocumenten
- (digitale) bewijsstukken van de logovermelding.
VII Verplichtingen na de toekenning van een subsidie
Artikel 16: verplichtingen na de toekenning
Indien in het kader van dit reglement aan de aanvrager een subsidie wordt toegekend verbindt deze zich ertoe:
- de toegekende subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend
- steeds het logo van de provincie Limburg en van “Jong redt Oud” te vermelden bij de bekendmaking van het project (drukwerk, advertenties, publicaties, aankondigingsborden, …)
- het PCCE steeds nauwgezet op de hoogte te houden van het verloop van het project en de activiteiten
- informatie en beeldmateriaal (foto’s en eventueel filmpjes) te bezorgen om op de website www.jongredtoud.be en de Facebookpagina van Jong redt Oud te publiceren
- tijdig een ingevuld evaluatieformulier en, indien van toepassing, de bijbehorende verantwoordingsdocumenten en (digitale) bewijsstukken van de logovermelding, te bezorgen na afloop van het project.
VIII Controle en sancties
Artikel 17: controle op de aanwending van de toegekende subsidie
De provincie heeft steeds het recht toezicht en controle uit te oefenen bij de begunstigde van de subsidie die hem in het kader van dit reglement werd toegekend. De begunstigde verbindt er zich toe de nodige inlichtingen te verstrekken en de controle van de provincie Limburg te aanvaarden.
Artikel 18: sancties
Indien de begunstigde één of meer verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement niet nakomt, kan de provincie het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, of in voorkomend geval beslissen tot het niet-betalen of het gedeeltelijk niet-betalen van de toegekende subsidie. Verder kan voor een periode vastgesteld door de deputatie de begunstigde uitgesloten worden om in de toekomst in aanmerking te komen voor subsidies van de provincie Limburg.
IX Slotbepalingen
Artikel 19: inwerkingtreding en geldigheidsduur
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 december 2018.
Artikel 20: interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden
Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden behandeld door de deputatie.
Hasselt d.d. 2018-11-21
Liliane Vansummern
De provinciegriffier wd.
Gilbert Van Baelen
De voorzitter